Doe ik het goed? Een denkmoment over relaties in de 21 ste eeuw. "Een relatie blijft mensenwerk. Het ideaal bestaat niet." Aan het woord is Danny Verstraeten, psychologe. Zij schetst de evolutie van onze relaties tijdens de laatste 50 jaar. Wat verwachten we nog van een relatie? En hoe beleven mensen dat vandaag anno 2001? Het gelaat van de liefde, een bewogen liefde. Meer hierover...
In relaties en huwelijk is er de laatste 50 jaar heel wat veranderd. Sinds begin jaren '50 is er voor het eerst ook een belangstelling en zorg voor de kwaliteit van de relatie. Ook de overheid ging er zich mee bemoeien, via subsidies van wetenschappelijk onderzoek over huwelijkssatisfactie en de oprichting van Centra voor Relatiebemiddeling en Begeleiding bij levens- en gezinsmoeilijkheden.
Dit is wel een erg belangrijk breekpunt in de geschiedenis
van onze beschaving: voor het eerst ging men investeren in
de kwaliteit van een relatie.
En men ging dat ook wetenschappelijk aanpakken. Vroeger ging
er vanuit dat een relatie wel vanzelf ging, en of een relatie
goed was of minder goed was eerder afhankelijk van de opvoeding
die men gehad had, en of de partners een gelijkaardige sociale
achtergrond hadden, gelijke interesses, of ze het materieel
gunstig hadden. En goede koppels werden meestal ondersteund
vanuit de basis van de klassieke rolpatronen en rolverdelingen.
Bv.: een man met een goed maatschappelijk inkomen, enz. Bij
mislukking werd dat geweten aan bepaalde morele tekorten:
"je bent in de fout gegaan", "je hebt niet
genoeg je best gedaan". En als opdracht kreeg je dan
mee om ondanks al die moeilijkheden toch je engagement na
te komen.
Heel dit beeld is enorm veranderd sinds de wetenschap er zich mee begon bezig te houden.
De eerste evoluties op dit vlak kwamen vanuit de V.S. Een huwelijk is en verbintenis tussen twee personen, en in een huwelijk moet je goeie vrienden zijn van elkaar (het is dus meer dan een instituut). Het wordt dus een kameraaadschapshuwelijk, en je moet daaraan werken, vooral de onderlinge communicatie is belangrijk. En de eerste Amerikaanse programma's uit de V.S. richtten zich dan ook op het bevorderen van de onderlinge communicatie. In die tijd zijn ook de huwelijksscholen ontstaan, dat was niet meer alleen vanuit een gelovig standpunt, men nodigt ook een arts uit, een psycholoog, enz..
Geleidelijk aan kwam naast het belang van de kameraadschap en de onderlinge communciatie ook de idee dat de autonomie van de twee partners, de evenwaardigheid, de emancipatie van de vrouw en een gelijkwaardige taakverdeling belangrijk zijn.
In de jaren '60 kwam het open huwelijk op, met de communes en de vrije seksualiteit. Hier verandert er dus nogal wat in het denken van wat een partenrrelatie is. Deze trend was er echter géén lang leven beschoren en is niet nagevolgd. Volgens de meest recente onderzoeken, en dan vooral bij jongeren, blijkt dat vreemd gaan eerder een reden is om de relatie af te breken. Eénmaal men een partenr heeft, tolereert men het vreemd gaan niet. Dit is wel, in schrille tegenspraak met uitspraken van Vlaamse BV's, deze BV's zijn dus zeker niet representatief voor de bevolking en zeker niet bij de jongeren, die geenszins in een promiscue staat leven. Men kiest nu eerder voor wat men noemt de seriële monogamie: in achtereenvolgende periodes van zijn leven heeft men telkens maar één partner.
Ik verwijs hier naar de studie van Trees Jacobs. Zij maakte een studie waar 4000 respondenten uit het Vlaamse land aan mee werkten. Zij kwam tot de conclusie dat er 3 types van relatiekultuur bestaan.
Sinds de jaren '60, begin '70 is er een veel grotere tolerantie gegroeid tegenover echtscheidingen (vroeger schaamden de mensen er zich voor, of de echtscheiding was practisch financieel niet mogelijk). Nu is dat een haalbare oplossing geworden. En het % echtscheidingen is dan ook gestegen.
Sinds 1970-1980 zijn er ook andere samenlevingsvormen ontstaan, zo bv de LAT-relatie. Een LAT-relatie is heel intiem, heel exclusief ook, maar men leeft niet samen, een optie die dikwijls genomen wordt na een echtscheiding. Naarmate men langer gescheiden is komt men tot nieuw hersamengestelde gezinnen. Deze hersamengestelde kinderen is niets nieuw, dat bestond reeds in de Middeleeuwen, maar dan wegens andere redenen (bv wegens sterfte, ziekte, oorlogen, ...). Er zijn heel wat problemen in die hersamengestelde gezinnen vooral i.v.m. de kinderen (in de Middeleeuwen was dat trouwens ook. In de rechtspraak uit die tijd vond men dat trouwens terug en er werd naar gerefereerd met de woorden " de kinderen uit een ander of vorig bed"). In dat verband wordt meer en meer een beroep gedaan op hulpverleners.
In de jaren '90 zijn er dan de alternatieve samenlevingsvormen bijgekomen: de Homo en Lesbiennes die voor een samenlevingscontract kunnen kiezen en dus aan hun relatie een maatschappelijk erkende vorm kunnen geven. 50 jaar geleden was dit nog ondenkbaar (homo zijn was toen crimineel, of zondig).
Op een halve eeuw zijn er dus vele veranderingen gekomen. Nu wordt er gesleuteld aan het uit elkaar trekken van kerkelijk en burgerlijk huwelijk. Men schaaft dus voortdurend bij. Mensen kunnen van hun relatie een maatpak maken. Dus heel geïndividualiseerd. Dit is eigen aan een brede maatschappelijke beweging, die van de postmoderne tijd. De grote zingevingskaders hebben afgedaan, men komt met zoveel visies in contact, dat mensen een eigen keuze gaan maken. Zo bestaan er nu al rituelenbureaus, waar je je eigen huwelijksrituelen kan laten samenstellen.
De gesprekken hebben enkel overdag plaats. Waar ? Park op den Berg, Kloosterstraat 9, bus 6, 1 ste verdieping, 2220 Heist-op-den-Berg. Ons appartement bevindt zich in Blok A, hoogste blok in dit complex.
Voor een afspraak bel op 0473 99 51 80 en vraag naar Luc Duprez.